Zweefvliegen

De basis van het zweefvliegen

De basisprincipes van zweefvliegen zijn vergelijkbaar met gemotoriseerd vliegen. Het wordt gedaan in een echt, gesloten vliegtuig, maar dan zonder motor.

ASK21_6In onze zweefvliegtuigen kunnen afhankelijk van het type één of twee mensen. Het zweefvliegtuig is ontworpen om met zo weinig mogelijk weerstand te vliegen, en zo glijdt het vliegtuig langzaam naar beneden, vergelijkbaar met een papieren vliegtuigje dat gegooid wordt. Als een vliegtuig gestart is in rustige lucht, naar een hoogte van zo’n 500 meter, kan een traject van 15 tot 20 km worden afgelegd rond het vliegveld.

Met mooi weer is er vaak thermiek,  een kolom warme lucht die opstijgt. Door in deze thermiek te gaan cirkelen kan hoogte worden gewonnen. Zo kan een piloot op mooie dagen lange afstanden afleggen. Soms moet de vlieger na een lange vlucht op een ander veld landen, of zelfs in een weiland, wanneer de thermiek op is en er geen vliegveld in de buurt is.

Beginnende zweefvliegers blijven altijd in de buurt van het vliegveld, zodat zij zelfs als de thermiek minder wordt gewoon kunnen landen op hun eigen vliegveld.

Zweefvliegtuigen hebben geen motor, en verliezen tijdens normaal vliegen langzaam hoogte. Er is dus hoogte nodig om ergens heen te kunnen vliegen of thermiek te kunnen zoeken. Hoe start een zweefvliegtuig dan? Om te starten, dus om de eerste paar honderd meter hoogte te winnen, heeft een zweefvliegtuig hulp nodig.

Op de vervolg pagina’s kun je lezen hoe een zweefvliegtuig start en hoe een vlucht verloopt.